Geschiedenis.

Rosande

De Rosandepolder is een cultuurhistorisch gebied sinds 1600. Het dankt zijn naam aan het kasteel Rosande, zuidoost van Oosterbeek net oost van de spoorlijn Arnhem-Nijmegen.

De oudste vermelding van het Kasteel Rosande stamt uit 1313, als het huis eigendom is van Gosewijn van Rijsande. Het kasteel zelf is leengoed onder het Kasteel Doorwerth. Het kasteel was vaak middelpunt van strijd, maar werd altijd weer opgebouwd. In 1515 brandde het af. In 1538 werd het afgebroken en weer opgebouwd. In het rampjaar 1672, werd het kasteel door Franse troepen voor het laatst verwoest, daarna werd  het gebouw gesloopt.

De contouren van het kasteel zijn nog altijd herkenbaar in de Rosandepolder. Het kasteelterrein is aangewezen als rijksbeschermd (archeologisch) monument. Uit opgravingen door A.E. van Giffen in 1939 bleek dat het gebouw 34 bij 29 meter in omvang is geweest en dat er nog delen van de vloer aanwezig zijn. Een voorstel van Van Giffen om de fundamenten zichtbaar te maken in het landschap maar  de gemeente Renkum nam dit voorstel niet aan. Ter herinnering aan dit verdwenen kasteel werd ter plaatse een oriëntatiepunt in de vorm van een kasteelvaandel geplaatst.  (Bron wikipedia)
(Tekening Bron Geldersch archief)

De eerste kaart van de Rosandepolder stamt uit 1815.
De spoorlijn wordt voor het eerst op kaart weergegeven in 1886.
In de vijftiger jaren werd aan de oostzijde van het spoor begonnen met het delven van grind. Er ontstond eerst één grindgat en later twee.
Begin zestiger jaren werd het stuweiland complex gebouwd. Dat was een ingrijpende verandering waarbij een stuw in de Rijn geplaatst werd om ervoor te zorgen dat er bij zeer laag water toch voldoende water door de IJssel stroomt.

Spoorweg

Een spoorlijn dwars door de Rosandepolder

De Rosandepolder wordt doorsneden door de spoorlijn Arnhem – Nijmegen. We gaan kort in op de geschiedenis van deze spoorlijn door de Rosandepolder en de beeldbepalende spoorbrug over de Rijn. Tijdens de geschiedenisles leerden we dat in 1839 de eerste trein in Nederland reed tussen Amsterdam en Haarlem. Nederland liep daarbij niet voorop. In 1835 reden de eerste treinen in Duitsland en in de jonge staat België. In 1845 werd Arnhem verbonden met een spoorlijn vanuit Amsterdam en Utrecht. Nijmegen was in 1865 bereikbaar per trein vanuit Duitsland. Maar het zou nog jaren duren voordat de eerste trein van Arnhem naar Nijmegen reed. Plannen waren er genoeg, maar waar de overheid in onze buurlanden zich actief bemoeide met de aanleg van spoorlijnen, keek de Nederlandse overheid liever de kat uit de boom. Vooral de liberale voorman J.R. Thorbecke was een fervent tegenstander van overheidsbemoeienis bij de ontwikkeling van een net van spoorwegen in ons land. Rond 1855 kwam de aanleg spoorwegen in Nederland geheel stil te liggen en besloot het parlement in 1860 na veel discussie tot de aanleg van een aantal spoorlijnen die door de Staat gefinancierd zouden worden. Het traject Arnhem – Nijmegen maakte daar geen deel van uit. Vanwege de kostbare bruggen over de Rijn en de Waal zou zonder overheidssteun de aanleg van dit traject nooit tot stand zijn gekomen. Daarom werd in 1873 besloten ook deze lijn van staatswege aan te leggen. Voor de brug over de Rijn waren er twee opties: ten oosten van Arnhem nabij Malburgen of een westelijke variant door de Rosandepolder. De westelijke variant werd uiteindelijk door de Tweede Kamer verkozen. Doorslaggevend daarbij was dat de noodzakelijke ingrepen in het stroombed van Rijn bij de Rosandepolder minder ingrijpend waren dan bij de keuze voor het tracé via Malburgen. Na onteigening van de gronden kon in 1875 begonnen worden met de aanleg van het tracé en bouw van de bruggen over de Waal en de Rijn. Op 15 juni 1879 reden de eerste reizigerstreinen op het baanvak Arnhem – Nijmegen.

De spoorbrug over de Rijn

De dubbelsporige spoorbrug die in 1879 gereed kwam, bestond uit twee boogbruggen met een stroompeiler midden in de rivier. Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 werd de zuidelijke boogbrug door het Nederlandse leger opgeblazen. Door de Duitsers werd deze provisorisch hersteld door gebruik te maken van een brugdeel van de spoorbrug bij Zaltbommel. De brug werd toen tijdelijk enkel spoor. In de namiddag van 17 september 1944 werd de brug door de Duitsers op nadering van de Airbornes nogmaals opgeblazen. Ook de aanbruggen moesten het toen ontgelden. Na de bevrijding werd de brug weer provisorisch en enkelsporig hersteld met delen van andere bruggen. In 1952 kwam de nieuwe dubbelsporige spoorbrug gereed zoals wij die nu kennen. De stroompijler als sta-in-de-weg voor de scheepvaart kon toen vervallen.

Bronnen:
A.J. Veenendaal jr. De ijzeren weg in een land vol water. Amsterdam 1998.
Ing. C. Huurman. Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd, 1939 – ’45. ’s-Hertogenbosch 2001.
Wikipedia. Spoorlijn Arnhem – Nijmegen.

In 2000 heeft RWS in het kader van het plan ruimte voor rivieren (RvR) een deel van de spoordijk afgegraven en een aanbrug gebouwd. Dit zou moeten leiden tot een significante waterstandverlaging in geval van extreem hoog water. Dit blijkt niet het geval te zijn.

Tijdens dit project is het rijvlak van het spoor vernieuwd en stiller gemaakt. Dit heeft als resultaat dat het spoor veel minder geluid produceert dan voor de ingreep.
Ook het rijvlak van de spoorbrug is vervangen op 7 december 2002.

Afgraven en Rijkswaterstaat

Tussen 1970 en 1982 is er in de Rosandepolder “dakpan kwaliteit” klei afgegraven ten behoeve van de bouw. De toplaag van delen van de Rosandepolder zijn afgegraven, waarbij veel explosieven uit WOII werden aangetroffen.
De provincie is een leververplichting aangegaan voor zand en grind tbv de bouw van vinexlocaties.
In 2000  diende zich de volgende bedreiging voor de Rosandepolder aan.

Pompstation

Aan de rand van de voortstuwselen van de laatste ijstijd, beter gezegd op de snijlijn van Veluwe naar Betuwe, ligt het waterwingebied dat vroeger van het gemeente waterleiding bedrijf Renkum was. Later werd dit overgenomen door NUON en nu is het in handen van VITENS.
Vroeger werd ons drinkwater door twee Stork scheepsdiesels omhoog gepompt. J. Brugmans was de watermachinist van het pompstation.
Het ongeveer beste en lekkerste drinkwater van Nederland wordt letterlijk, op een diepte van 100 meter, onder de Rosandepolder vandaan gepompt.

Bridge too far

In de midden zeventiger jaren werd in onze regio de film Bridge too far opgenomen.
Wist u dat Operation Market Garden speelde zich deels af in de Rosandepolder?
Tijdens het maken van de film waren er regelmatig formaties Dakota’s (C-47) te zien boven de Rosandepolder.
Vliegveld Deelen werd gebruikt om een Engels vliegveld na te bootsen. Op zweefvliegveld Terlet landden acteurs als Ryan O ‘Neal en Sean Connery aan parachutes voor het oog van de camera.
Met name in de septembermaand waarin operation Market Garden jaarlijks wordt herdacht zijn er veel met name Engelse toeristen die een bezoek brengen aan Oosterbeek, de Rosandepolder en aan de talrijke gedenkplaatsen.
Het White Ribbon monument (ten zuiden van het oude kerkje) is een van de  bijzondere gedenkplekken in de Rosandepolder.

Neergestort tijdens de oorlog

In de Rosandepolder zijn diverse wrakken van vliegtuigen gevonden.Tijdens Operation Market Garden is er zwaar gevochten in en boven de Rosandepolder. Deze strijd heeft veel sporen nagelaten. Zo werden er vooral in de net na-oorlogse jaren met de regelmaat van de klok explosieven in de polder gevonden en tot ontploffing gebracht.
Tijdens extreem laagwater kwam het wrak van een FockeWulf 190 jachtvliegtuig bloot te liggen. Ook zijn er vlak bij de spoordijk de resten van een Messerschmitt Bf-109 gevonden.
Ten zuiden van Benedendorpsweg 48 is een C-47 Dakota gecrasht.
Als de Rosandepolder als “LZ” Landing Zone voor de gliders was aangewezen had de slag om Arnhem waarschijnlijk een heel andere uitkomst gekend.

White ribbon

De White Ribbon Mile is een korte symbolische wandeling door de uiterwaarden van de Oude Kerk in Oosterbeek naar het herdenkingsmonument aan de Rijn. Het herinnert aan het terugtrekken van Engelse en Poolse soldaten na het mislukken van de Slag om Arnhem. Het traject liep van hotel Hartenstein door de bossen van Oosterbeek naar de uiterwaarden bij de Rijn en werd gemarkeerd met een wit lint. Dit lint is nu het symbool voor het terugtrekken door de uiterwaarden tijdens de periode van de herdenken in september.

Oosterbeek Airborne

18 september 2004 was voor de Rosandepolder een wat onrustige dag.
Net als in de Tweede Wereldoorlog was de polder het toneel voor vliegtuigen.
Dit keer tijdens de herdenkingen van de Slag om Arnhem en het vieren van onze vrijheid.
Een heel klein team van enthousiastelingen stak de handen uit de mouwen om de bewoners van Oosterbeek een kadootje te geven.  Een heuse airshow in hun eigen achtertuin.

Stap 1 was de medewerking van de boer Coen Bongers.
Zou hij toestaan dat er een start en landingsbaan in zijn weilanden zou worden afgezet?
Met waarschijnlijk het kleinste budget ooit werd het netwerk van de Oosterbeekse stuntpiloot ingezet om collega’s over te halen om naar Oosterbeek te komen om daar hun vliegtuigen te demonstreren.
Hoewel er besloten was om geen publiciteit te genereren gonsde het van de verhalen over de aanstaande airshow. Het hele dorp praatte over wat er 18 september zou gaan gebeuren.
De pers werd op afstand gehouden er werd niets meer bevestigd dan dat er inderdaad gevlogen zou worden in de polder. (nieuwsgierigheid creëren bleek vrij effectief te zijn).
Op twee lagere scholen vertelde de piloot wat er in het dorp ging gebeuren en vroeg hij aan alle kinderen om te helpen het dorp schoon te houden. Alle kinderen werden assistent gastheer en hadden allemaal op de dag van de airshow een plastic vuilniszak bij zich en spraken op de dag van de airshow iedereen aan die per ongeluk een papiertje of zakje op de grond gooide.

Tijdens de opening van de nieuwe aanbrug vielen een aantal puzzelstukjes perfect in elkaar.
Het bleek dat de piloot de staatssecretaris Melanie Schultz persoonlijk kende van een ander project. Schultz liep tijdens de onthulling van het monument bij het ecoduct samen met burgemeester Piet Bruinooge naar het te onthullen monumentje bij het ecoduct toen zij daar de piloot herkende. Ze liep naar hem toe om te vertellen dat het geheim, nog steeds geheim was.
Burgemeester Bruinooge kwam er snel bij staan en meldde dat er binnenkort een airshow in Oosterbeek zou zijn waarop Schultz aangaf, “Oh dan moet ik daar dus een vergunning voor afgeven?”. Bruinooge gaf aan dat de verklaring van geen bezwaar van de gemeente al was afgegeven. Geregeld dus!
Alle vergunningen en toestemmingen waren binnen, alleen was het wachten nog op een “Ja” van de boer. Toen de boer verteld werd dat iedereen groen licht had gegeven en het wachten alleen nog op zijn “Ja” was zei hij “Dus als ik geen Ja zeg ben ik de kwaaie pier”?
Dat klopt!, was het antwoord.
Vervolgens ging de boer aan de slag op zijn tractor om ervoor te zorgen dan de landingsbaan van biljartlaken kwaliteit was. De Oosterbeek International Airport runway was in top conditie.

De donderdag voor de airshow belde de luchtvaartpolitie namens de Rijksluchtvaartdienst met de mededeling dat volgens hun regels de landingsbaan 80 meter te kort zou zijn en dat ze het evenement zouden stoppen als de baan niet langer zou zijn. (Voor de beeldvorming, het type vliegtuig dat de langste startbaan nodig had, had volgens flight manual aan 300 meter grasbaan ruim voldoende). Er lag een baan van 520 meter.
Gedoe dus.
Tijd om het dorpsnetwerk van 44 jaar geleden in te schakelen. De piloot belde met Jan Bouwman met wie hij op de lagere school, de Julianaschool had gezeten. Bouwman, net als Versteegh ook een groot bewonderaar van de overheid bood direct zijn hulp in de vorm van een graafmachine aan.
Dezelfde avond werd er snel even 80 meter landingsbaan bijgemaakt. Probleem opgelost.

Het was een bijzondere uitdaging qua luchtruim om op deze 18 september een airshow te plannen tussen alle andere herdenkingen, para landingen, momenten van stilte enzovoort.
Het absolute hoogtepunt van de Oosterbeek Airshow waren de twee voorlangsvluchten van de Vbird Airbus A-320.
Voor het eerst in 30 jaar vloog er een verkeersvliegtuig zo laag boven een gebied, niet zijnde een vliegveld.
Een kippenvel moment voor alle toeschouwers.
Deelnemende vliegtuigen waren:

Bücker Jungmann
Tipsy Nipper
Salto zweefvliegtuig
Maule sleepvliegtuig
Catalina PBY Watervliegtuig

Spitfire
Mustang
Extra 300L
Robinson R44 Helicopter
Airbus A-320

The day after, alles was vlot en professioneel verlopen en tijdens de inspectie van de meer dan 1 kilometer lange publiekslijn werd slechts EEN HANDJE afval gevonden. Dank aan de kinderen uit Oosterbeek.

Oosterbeek Airborne is buiten de jaarlijkse Airborne wandeltocht het grootste evenement geweest dat ooit in Oosterbeek heeft plaatsgevonden. Maar liefst 28.000 bezoekers hebben genoten van de vliegshow. De politie moest de afrit Oosterbeek van de A-12 afsluiten omdat het dorp “vol” was. Toeschouwers liepen van de Dreijenseweg naar het Benedendorp om de airshow te bekijken.

Geheimpje.
Versteegh had leiding gegeven aan de werkgroep (Air Display Assoctiation NL) die voor Nederland nieuwe airshow regels afgedwongen had bij de Rijksluchtvaartdienst.
Toen die regels na een jarenlange strijd in de wet waren vastgelegd zou dat worden gevierd met een evenementje op vliegveld Lelystad. De staatssecretaris zou met Versteegh een rondje vliegen en over de kop gaan.
Echter, een paar weken voor het evenement belde Schultz Versteegh met de mededeling dat ze niet kon/durfde mee te vliegen omdat ze zwanger was.
Om totaal onverklaarbare reden had Versteegh het voor elkaar gekregen de scoop van dit nieuws te krijgen en wereldkundig te maken tijdens het evenement op Lelystad.
Zelfs minister-president Balkenende wist nog niet dat zijn staatssecretaris zwanger was.
Het behoeft geen uitleg dat de ogen van de aanwezigen op Lelystad uit hun kassen rolde toen Versteegh op humoristische wijze wereldkundig maakte dat Schultz zwanger was.

Een evenement van deze magnitude zal niet meer kunnen plaatsvinden in de polder. Oosterbeek Airborne Airshow was een eenmalig en uniek evenement.

Vuilnisbelt

In de 60er jaren gebruikte de gemeente Renkum een deel van de Rosandepolder om haar vuil te storten.
Toen dit gestopt is werd de vuilnisbelt in een kleilaag verpakt. Er zijn meetbuizen aangebracht waarmee de ontwikkeling van de ondergrondse processen wordt gemonitord.